Natuurtuin van het onderzoeksinstituut Alterra

Droevendaalsesteeg, 3a
Wageningen
Gelderland
joop.spijker@wur.nl
Website: http://www.alterra.nl

Contactpersoon:
Tuincomissie ESG, Ir. Joop Spijker, 0371 484990.

Openingstijden:

De natuurtuin is altijd toegankelijk

Ligging en bereikbaarheid:

De tuin is gelegen rond het LUMEN gebouw van Wageningen UR. Voor publiek is de tuin bereikbaar via de rotonde en de Droevendaalsesteeg.

Openbaar vervoer: NS-station Ede-Wageningen (zuidzijde), Valleilijn bus 8, halte Droevendaalsesteeg.

Fietsverhuur: NS-station Ede-Wageningen: 0318-615957 (ook OV-fiets).

Toegang

Gratis. Honden zijn niet toegestaan

Natuurtuin van het onderzoeksinstituut Alterra

Het instituut Alterra, onderdeel van Wageningen UR, is in 2000 ontstaan door fusie van het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (IBN) en het Staring Centrum.

De 2 ha grote tuin rond LUMEN is ontworpen door Ger Londo in samenwerking met architect Stephan Behnisch en tuin- en landschapsarchitect Thijs van Hees. Het doel van de tuin is o.a. een inspiratiebron te zijn voor het ontwerpen van natuurtuinen en –parken in de bebouwde omgeving.

In de tuin zijn begroeiingen te zien, die karakteristiek zijn voor de omgeving van Wageningen, namelijk vegetaties van de pleistocene zandgronden en van het rivierengebied.

In aanvulling op het al aanwezige lemig kalkarme zand werden daartoe klei en mergel aangevoerd.

De mergel diende om het zand plaatselijk kalkrijk te maken en zo een milieu te creëren verwant aan dat van rivierduinen. De klei en mergel werden gradiëntsgewijs aangebracht en mede door het aanbrengen van reliëf in de vorm van lage heuvels en vijvers ontstond zo een gradiëntrijk milieu.

De natuurtuin bestaat uit diverse onderdelen. De Westtuin (0,1 ha), gelegen bij de hoofdingang, omvat lage heuvels met een droog milieu. In de Oosttuin is naast lage heuvels ook een vallei met vijver aangelegd. De vijver staat onder invloed van het grondwater en heeft een sterk fluctuerende waterstand. De Haaff (het noordelijke deel) heeft een vijver die als retentiebekken fungeert, waarin regenwater (o.a. van het dak van het gebouw) opgeslagen wordt. Dit water wordt gebruikt voor de watervoorziening van de twee grote binnentuinen en voor spoelwater in de toiletten van LUMEN. De waterstand is onafhankelijk van het grondwater. Er zijn ook in dit deel wat lage heuvels aangebracht.

Op diverse plaatsen bestaat de begrenzing van de tuin uit muurtjes gemaakt van schanskorven (gaasconstructies met losgestorte stenen) en van beton. Ten behoeve van de begroeiing is er wat klei en leem tussen en op de stenen aangebracht.

Het grootste deel van de natuurtuin werd ingezaaid met zadenmengsels voor bloemrijk grasland, zowel van droge als van natte gronden. Hier zijn veel bloemen te zien en weinig grassen. Een deel werd met een zogenaamd B3-grassenmengsel ingezaaid. In dit deel overheersen de grassen. In de toekomst zullen de grote verschillen in begroeiing verdwijnen.

Er hebben zich al veel soorten spontaan gevestigd. Naast de meer algemene soorten zijn dat b.v. veldrus, beekpunge, hazenzegge, kleverige ogentroost, tengere vetmuur en bittere veldrus.

Het deel ten zuiden van de grote vijver werd niet ingezaaid. In 2000 was al duidelijk te zien dat de begroeiing daar aanzienlijk gevarieerder en bloemrijker was dan in het deel dat alleen met grassen ingezaaid was. Om een bloemrijk grasland te creëren is het dan ook beter geen grassen uit te zaaien.

De bomen en struiken zijn aangeplant en mettertijd zal zich struikgewas en bos kunnen ontwikkelen. Ook zullen op den duur ruigtkruiden- en zoomvegetaties tot ontwikkeling komen. Het beheer, dat bestaat uit maaien en afvoeren van maaisel wordt uitgevoerd door het facilitair bedrijf van WUR (Wageningse Universiteit Research).

Faciliteiten

De tuin is toegankelijk voor invaliden. Er staan informatieborden met algemene informatie over de tuin